Het Vrijthof
Het huidige plein is ontstaan als Vrijthof van de Sint-Servaaskerk. Het gebied behoorde toe aan het kapittel van Sint Servaas en was eigenlijk rijksvrij. In de middeleeuwen bevond zich rondom het plein een aantal kapittelhuizen, waar de kanunniken van het Sint-Servaaskapittel woonden. Het Sint-Servaas Gasthuis zorgde voor de opvang van de vele pelgrims, die naar het graf van Sint Servaas kwamen. In de 13e eeuw besloot het kapittel van Sint Servaas, dat naast de pelgrimskerk een tweede kerk, de parochiekerk Sint Jan, moest verrijzen. Zo ontstond de Maastrichtse "kerkentweeling". Aan de noordkant, op de plek van het Generaalshuis, lag tot eind 18e eeuw het Witte Vrouwenklooster. Voor de bouw van het klooster stond op deze plek een palts uit de 9e of 10e eeuw. Archeologische opgravingen hebben aan het licht gebracht dat het gebied ten oosten van de Sint-Servaaskerk (ongeveer het huidige Vrijthof) al in de vroege Middeleeuwen dienst deed als begraafplaats, waarvan de oudste graven al dateren uit de 5e eeuw. In vroegere tijden werd het plein ook gebruikt als exercitieplaats en voor militaire parades, onder meer vanwege de aanwezigheid van de Hoofdwacht.
